
Traditionele Chinese Geneeskunde
Traditionele Chinese Geneeskunde is een verzamelnaam voor verschillende toepassingen van Chinese behandeltechnieken, die gedurende duizenden jaren zijn ontwikkeld.
Acupunctuur is hiervan het bekendste voorbeeld, maar ook moxibustie, tuina, taichi, qigong, chinese kruidenleer en chinese voedingsleer vallen hieronder.


In de Chinese geneeskunde draait alles om balans — maar niet de soort die je met een waterpas meet. Het is een flexibel evenwicht dat voor iedereen anders is en voortdurend meebeweegt met je leven. In je lichaam stroomt continu energie, Qi genoemd. Die reist door meridianen: een soort innerlijke snelwegen die je organen en weefsels met elkaar verbinden.
Soms stroomt Qi wat te langzaam, soms te snel, soms neemt het een afslag die niet handig is. Chinese geneeskunde helpt om die energie weer lekker te laten doorstromen: een duwtje geven waar het kabbelt, wat afremmen waar het overloopt. Zo krijgt het lichaam de ruimte om zijn eigen herstelkracht aan te slingeren — waardoor behandelingen geen eindeloze serie herhaalafspraken hoeven te worden.
Om dat te doen maakt de Traditionele Chinese Geneeskunde gebruik van verschillende denksystemen: Yin-Yang, de Vijf Elementen, het netwerk van meridianen en nog meer verfijnde modellen. Het vakgebied blijft zich ontwikkelen, elke dag weer. Daardoor is het een rijk en veelzijdig systeem dat veel kan toevoegen aan de gezondheidszorg van nu.