Systeemgeneeskunde

De systeemgeneeskunde is een relatief nieuw begrip in de westerse wereld. Het onderzoekt complexe zelf-organiserende systemen in het lichaam, met als basis de biochemie en de neurofysiologie. Hiermee wordt op zoek gegaan naar de oorzaken van ziekte en de verschillende interacties in het lichaam, in plaats van alleen te kijken naar de symptomen en de behandeling daarvan.

Systeemgeneeskunde bekijkt de mens als geheel, holistisch, en houdt rekening met de complexe interacties binnen het lichaam. Dat wil ook zeggen dat er geen strikt onderscheid is tussen het mentale en fysieke aspect, maar dat deze elkaar kunnen beïnvloeden. Daarnaast heeft systeemgeneeskunde aandacht voor de omgeving van een patiënt, zoals bijvoorbeeld een vervuild milieu kan zorgen voor ziekte. Eigenlijk werken nagenoeg alle oorspronkelijke culturen over de hele wereld systemisch in de gezondheidszorg, behalve (tot nu toe) de reguliere westerse geneeskunde.

De systeemgeneeskunde is niet gericht op een specifieke ziekte of aandoening, maar benadert de gezondheid persoonlijk en individueel. De ontwikkeling van leefstijlgeneeskunde en de benadering van het metabool syndroom zijn bekende voorbeelden. Het is uitermate geschikt om een brug te bouwen tussen de kennis van Traditionele Chinese Geneeskunde en van de reguliere Westerse Geneeskunde. Het helpt om meer inzicht te krijgen in gezondheid en hoe diverse behandelmethoden elkaar kunnen aanvullen.